In de aflevering van “The Critic”, getiteld “Sherman, Woman, and Child” (5 maart 1995), is er een korte en grappige parodie genaamd “A Few More Good Men”, met naar verluidt Jack Nicholson, Christian Slater en William Devane. De parodie speelt de beroemde scène ‘You Can’t Handle the Truth’ na uit Rob Reiners klassieker ‘A Few Good Men’ uit 1992, alleen met Slater in de rol van Tom Cruise. Het grappige aan de scène is dat zowel Nicholson als Slater er identiek uitzien. De waarheid die Slater niet aankan, is dat hij Nicholson met elke zin en manier van doen imiteert. William Devane speelt de stenograaf en ook hij klinkt als Nicholson en Slater.
Deze schets uit 1995 was emblematisch voor hoeveel kijkers destijds over Slater dachten. Hoewel hij een unieke acteur was met een vurige charme, zagen velen Slater als een bleke imitatie van Jack Nicholson, tot in de manier waarop hij zijn wenkbrauwen bewoog. Slater begon zijn professionele filmcarrière in 1985, met een belangrijke rol in het tienerrebellendrama ‘The Legend of Billie Jean’. Het jaar daarop kreeg hij twee spraakmakende hoofdrollen en in 1989 speelde hij de hoofdrol Michael Lehmanns verwrongen cultkomedie ‘Heathers’. Slater speelde de opstandige moordenaar JD, de enige man die (gewelddadig) kon redden de belegerde Veronica (Winona Ryder) van de kliek van leeghoofdige populaire meisjes op hun middelbare school.
Slater werd bijna tien jaar lang een hartenbreker dankzij ‘Heathers’, een film die vandaag de dag nog steeds geliefd is. In 2016 werd Lehmann geïnterviewd door Walter Chaw voor het Denver Centrum voor Uitvoerende Kunstenen de regisseur bevestigde dat mensen Slater destijds met Nicholson vergeleken. Sterker nog, de overeenkomsten van Slater met Nicholson kostten hem bijna zijn baan.
De door Nicholson beïnvloede stem van Christian Slater ‘leidde’ aanvankelijk de Heathers-regisseur af
Lehmann zei in het interview dat hij zoveel mogelijk echte tieners wilde casten in ‘Heathers’, omdat hij de Hollywood-trend om 28-jarigen als middelbare scholieren te casten niet leuk vond. Het probleem met deze aanpak is dat tienerjongens naar zijn mening simpelweg veel minder volwassen waren dan tienermeisjes. Daarom was het een bijna onmogelijke taak om een vijftienjarige te vinden die JD zou spelen. Lehmann merkte dat alle kinderen bij wie hij auditie deed eenvoudige acteurs waren die eenvoudigweg andere acteurs imiteerden. Hij nam nota van alle kinderen die de jonge Al Pacino imiteerden en natuurlijk alle wannabe James Dean-types. Toen Slater auditie deed, hij leek heel erg op Jack NicholsonLehmann dacht dat ook hij simpelweg een andere acteur imiteerde. Het duurde nog een paar woorden voordat Lehmann besefte dat dit precies de manier was waarop Slater sprak. In de woorden van Lehmann:
“Christian kwam laat in het proces binnen en op dat moment verwachtten we gewoon dat iedereen iemand zou imiteren. En dus was het voor hem: ‘Oh, deze man lijkt op Jack Nicholson.’ Ik was er eerst verward over. Ik dacht dat het afleidend was. Iedereen hield destijds van Jack Nicholson. Hij bevond zich op het hoogtepunt van zijn carrière. Er waren dus momenten waarop ik tegen Christian zei dat hij de Nicholson moest ophalen. Maar ik zeg je: zo praat hij. En op een gegeven moment bekende hij mij: ‘Ik hou van zijn werk. Ik kijk wat hij doet in zijn donkere films en hoe hij er de komedie in vindt.'”
Dus, merkte Lehmann op, Slater had een reden om zich in een Nicholson-achtige uitvoering te verdiepen. Maar in werkelijkheid was hij natuurlijk een Nicholson-type. Hij was toen 19 en het was 100% de juiste keuze.



