VanEuronieuws
Gepubliceerd op
•Bijgewerkt
Volgens voorlopige rapporten zijn zes mensen gedood en 21 gewond geraakt bij een vermeende aanval op de Imam Ali bin Abi Talib-moskee van de Alawitische minderheid in Homs tijdens het vrijdaggebed.
Ambulances vervoerden de slachtoffers terwijl veiligheidstroepen het gebied afsloten.
In berichten op sociale media werd de aanval toegeschreven aan de extremistische jihadistische factie Ansar al-Sunna, hoewel geen enkele officiële verklaring dit bevestigde. De groep heeft al gedreigd zich te richten op de gebieden met een Alawitische meerderheid in Homs, Tartus en Latakia.
De wijk Wadi al-Dahab herbergt een van de grootste Alawitische gemeenschappen in Homs. Er hebben de laatste tijd een aantal individuele moorden plaatsgevonden in het gebied, waaronder die op een lerares die omkwam toen er een bom in haar huis werd gegooid.
Lokale bronnen vertelden Euronews dat veiligheidstroepen de locatie hadden afgezet, de slachtoffers hadden geëvacueerd en een onderzoek waren gestart, waarbij de wegen naar de plaats van de explosie gedeeltelijk waren afgesloten.
Homs kreeg eind november te maken met wijdverbreide spanningen na de moord op een getrouwd stel van een prominente bedoeïenenstam, waardoor er verdeeldheid ontstond in de derde grootste en meest diverse stad van Syrië.
De lichamen van het echtpaar werden ontdekt in hun huis in het zuiden van Homs. Volgens het Syrische persbureau SANA vertoonde het lichaam van de vrouw brandwonden en werden er beledigende leuzen aangetroffen.
De autoriteiten reageerden door veiligheidstroepen in te zetten, avondklokken op te leggen en verklaringen af te leggen waarin werd opgeroepen tot terughoudendheid.
Er volgde een golf van vergeldingsacties, wat de autoriteiten ertoe aanzette zondagavond een avondklok in te stellen die tot maandagavond duurde voordat het geweld afnam, aldus de dienst.
De aanval van vrijdag kwam een dag nadat de Syrische strijdkrachten verhoogde veiligheidsmaatregelen hadden getroffen voor de kerstvieringen.
Veiligheidsoperaties, gecoördineerd met de internationale coalitie, hebben zich gericht op cellen van de zogenaamde jihadistische groep Islamitische Staat in verschillende Syrische regio’s, met name op het platteland van Damascus.
