Professioneel dartkampioen Noa-Lynn van Leuven zegt dat het omgaan met anti-transgender-reacties haar geestelijke gezondheid heeft aangetast en haar heeft gedwongen het spel te verlaten. Nu is ze terug en strijdt om het kampioenschap.
Van Leuven, 29, houdt stand drie titels door de World Darts Federation (WDF) en werd de eerste transvrouw die dit deed meedoen aan de Grand Slam of Darts uitnodigingstoernooi van vorig jaar. Maar met de zichtbaarheid ervan kwam er een terugslag. Enkele van zijn cisgender-tegenstanders ze trokken zich terug uit hun wedstrijden samen uit protest; twee van haar voormalige teamgenoten van het Nederlandse dameselftal namen ontslag in plaats van naast haar te spelen; en anti-transdemonstranten hij zou voorwerpen naar haar hebben gegooid tijdens een Professional Darts Corporation (PDC)-evenement in juli, onmiddellijk na de WDF kondigde aan dat het transvrouwen zou verbieden volledig uit damescompetities. In oktober deelnemer Deta Hedman hij viel voor de tweede keer uit een PDC-toernooi in plaats van tegenover Van Leuven te staan.
In een nieuw interview met Darts Publishing 180 zitplaatsen Dit weekend zei van Leuven dat hij pas de gevolgen van de terugslag voelde na het Wereldkampioenschap Darts van vorig jaar (WDC), waarin hij knock-out in de ronde van 32. “Vorig jaar heb ik zoveel darttoernooien gespeeld dat ik geen tijd had om na te denken over hoe het echt met me ging”, aldus van Leuven. “Eerst dit toernooi, daarna die WK’s. Maar als het allemaal voorbij is, komt de crash. Ik had het gevoel dat ik tegen een enorme betonnen muur aanliep.”
De geestelijke gezondheid van Van Leuven verslechterde zo erg dat hij op sommige dagen moeite had om uit bed te komen, zei hij. Vooral de genderbeledigende opmerkingen die haar voormalige teamgenoten Anca Zijlstra en Aileen de Graaf over haar hadden gemaakt, waren “ongelooflijk kwetsend”, zei ze. “Op een gegeven moment was ik ervan overtuigd dat alle mensen eng en walgelijk waren. Ik had simpelweg niets meer om op te vertrouwen.”
Uiteindelijk begon de gezondheid van Van Leuven te verbeteren met behulp van veertien weken gedragstherapie aan huis. Zijn behandelteam ‘stond letterlijk drie keer per week bij mij aan de deur’, herinnert hij zich. “Ze hielpen me met kleine dingen: wat kan ik vandaag doen? Zullen we gaan wandelen? Soms namen ze me gewoon mee naar buiten. Dan moest ik uit bed. Het ging niet in een rechte lijn omhoog. Maar er kwamen steeds meer momenten waarop ik me wat beter voelde.”


