Home Levensstijl Elie Autin

Elie Autin

7
0
Elie Autin

De Amerikaanse geleerde Camille Paglia definieert Nietzsche’s stelling van het Apolloniaanse en het Dionysische als een soort westerse interpretatie van het taoïstische Yin en Yang en definieert het eerste als een dichotomie. In zijn theorie over kunst en cultuur vertegenwoordigt het Apollonische licht en structuur, in tegenstelling tot het Dionysische als donker en hedonistisch. Voor Paglia wordt dit laatste geassocieerd met het vrouwelijke, als een kracht van chaos, in tegenstelling tot de mannelijke rationaliteit. Als we – in lijn met het modernistische denken – het rationele als een deugd beschouwen, zou dit op een vrouwonvriendelijke manier geïnterpreteerd kunnen worden. In een wereld die steeds irrationeler lijkt, zou je echter ook kunnen beargumenteren dat het rationele zelf een illusie is en dat chaos omarmd moet worden.

In zijn optreden VoorkamerÉlie Autin omarmt het Dionysische in al zijn vormen. Het is donker en chtonisch en op het randje eng, maar tegelijkertijd ook lonend en heel mooi. Barokmuziek, zware aroma’s, rook, dans en smaak komen samen in een krachtig drama. Door deze hedonistische viering van de vrouwelijke chaos laat Autin haar publiek de concepten van geschiedenis, waarde en uiteindelijk de waarheid in twijfel trekken.

Jouw prestatie Voorkamer bevat een groot aantal verwijzingen naar de Romeinse god Bacchus (Grieks: Dionysus) en zijn vrouwelijke volgelingen, naar Napoleons vrouw Josephine, en naar je eigen persoonlijke ervaringen. Wat inspireerde je om grenzen te trekken tussen deze verschillende momenten, ruimtes en mythologieën?

Ik wilde artistieke lijnen trekken tussen deze verschillende polen, in tegenstelling tot de manier waarop sommige mannen, auteurs, ontwerpers, schrijvers enz. de geschiedenis en geschiedenis van de kunst, en de representatie van vrouwelijkheid en vrouwen, zijn gaan definiëren. Ze worden vaak gepositioneerd als onderdanig, gek, objecten van verlangen, op een manier die hen berooft van hun vermogen om te handelen. Nadat ik dieper inging op enkele van deze specifieke figuren die je noemt en hun specificiteit, wilde ik hun verhalen herschrijven en hun waardigheid, kracht en vreugde benadrukken.

In de huidige samenleving vind ik het belangrijk om naar individueel en collectief werk te kijken bij het vastleggen, overbrengen en herdenken van verhalen in het algemeen, zonder sommige verhalen en stemmen te ‘vergeten’. Ik zie dit als een tegenwicht voor de wens van extreemrechtse politici om verhalen uit te wissen en te ontkennen die niet passen bij hun perceptie van de geschiedenis. Het samenbrengen van deze verschillende vrouwenverhalen is voor mij een manier geworden om te benadrukken wat doorgaans wordt uitgewist en vergeten, en op deze manier te proberen te voorkomen dat het opnieuw gebeurt.

De historische en mythologische achtergrond van je werk werd verder versterkt door de begeleidende soundtrack met klassieke epische stukken uit de westerse orkesttraditie. Wat motiveerde deze keuze?

Ik zou zeggen dat de muzikale selectie vertrekt vanuit twee punten. Ten eerste toen ik begon te werken

Voorkamerhet was in de specifieke context van een project dat ik deed voor een kunstruimte in Zürich.

De ruimte bestond uit een opeenvolging van kamers die met elkaar verbonden waren door een centrale gang en toen ik het plan en de beelden ontving, dacht ik meteen aan een kasteel. En elke keer als ik in een kasteel bevind (wat helaas zeldzaam is), luister ik graag naar barokmuziek. Dus ik wilde deze fantasie van het leven in een kasteel/tempel opnieuw creëren.

Aan de andere kant is muziek ook een verwijzing naar mijn cultureel erfgoed in een geografische context. Ik groeide voornamelijk op in Frankrijk en ging van daaruit verder naar Zwitserland. Dit heeft mijn smaak en referenties gevormd en gedefinieerd, en ik voel me aangetrokken tot deze westerse canonieke stukken.

De muzikale begeleiding Voorkamerhet handhaaft een goede balans tussen het barok, het serieuze, het dramatische, het grappige en het esthetische, en kadert wat ik met deze specifieke voorstelling wilde uitdrukken.

Het samenbrengen van deze verschillende vrouwenverhalen is voor mij een manier geworden om te benadrukken wat doorgaans wordt uitgewist en vergeten, en op deze manier te proberen te voorkomen dat het opnieuw gebeurt.

– Elie Autin

Een terugkerend element in je werk is het overschrijden van de grenzen van je (on)comfort, een voorbeeld hiervan zijn de eerste vijf tot tien minuten van Voorkamer waar je in een bubbelbad zit, omringd door kaarsen, duidelijk aan het zweten. Deze lichamelijke actie is niet alleen een traditie binnen de performancekunst, maar kan ook als kwetsbaar en krachtig worden ervaren. Hoe zie jij dit duwen van je lichaam als een performatief instrument?

Eerlijk gezegd was mijn optreden voor Art Emergence de eerste keer dat de badkuiptemperatuur zo hoog was. Het was interessant om te zien dat ik mezelf en mijn personage meestal laad via andere externe elementen (geluiden van het publiek, geknetter van kaarsen, enz.) en deze keer waren het meer interne inputs, mijn gevoelens over het verhaal dat ik wilde vertellen en mijn fysieke sensaties in contact met het hete water. Dus deze versie van Voorkamerhet was, laten we zeggen, verhoogd.

Pas geluid, geur en smaak – en ook zicht – toe Voorkamer roept alle zintuigen op. Welke rol speelt scèneconstructie, buiten je uitvoerende lichaam, in de ontwikkeling van je werk?

Meestal benader ik mijn werk vanuit een ruimtelijke situatie. De ruimtes kunnen al bestaan ​​zoals ze zijn, of ik bedenk ze met scenografische concepten. Van daaruit stel ik me voor en teken ik soms wat mijn lichaam zou kunnen doen in het landschap waar ik aan denk of al heb gezien.

Voor Voorkamerhet voorstellen van de ruimte als een kasteel werd een uitgangspunt, waar ik vrijelijk mee associeerde. Ik begon me een badkamer voor te stellen en tekende een badkuip en vervolgens een slaapkamer met een kussen. Het idee van het kasteel deed me ook aan geuren denken. Het resultaat was een tentoonstelling, die tevens het decor werd voor een multi-zintuiglijke performance tussen geluiden, geuren en smaken.

Naast je performancewerk werk je ook met sculptuur en installatie. Hoe verhouden deze verschillende uitdrukkingsvormen zich tot elkaar in jouw praktijk?

Omdat het niet uit de beeldende kunst komt, vind ik het leuk om te observeren hoe deze vorm van beeldende kunst in mijn artistieke reflecties, visies en gedachten is terechtgekomen. Ik zou zeggen dat mijn beeldende kunstwerken, mijn dans- en performancepresentaties en onderzoek voorlopig allemaal min of meer verbonden zijn met mythologische figuren die ik in hedendaagse contexten breng die mij interesseren.

Ik zou er ook aan kunnen toevoegen dat het mijn eerste dansstuk is Voortekenhet ging ook gepaard met twee installaties en een geluidsstuk, dat ik maakte op uitnodiging van Matthias Sohr en CIRCUIT – Centre d’art contemporain Lausanne voor een duoshow met Vidya Gastaldon. Voorkamer het begon als een solotentoonstelling, geïnitieerd door Antonia Truninger en Julia Hegi, aan wie ik eeuwig dankbaar zal zijn. Hier kwam de performance naar voren als een aanvullend element bij de vernissage en finissage van de tentoonstelling. In beide gevallen gaan de visuele en performatieve aspecten samen en verweven. Ik beschouw ze als even belangrijke krachten in mijn praktijk.

Deze zomer en herfst werd je werk gepresenteerd in de derde editie van Jardin d’Hiver, Decorama, in het Musée Cantonal Des Beaux-Arts Lausanne. In haar inleiding op de tentoonstelling beschrijft curator Elise Lammer de tentoonstelling als een constellatie van kunstenaars die ornament en decoratie gebruiken om ideeën over smaak, klasse en geslacht uit te dagen. Wat presenteerde u in de tentoonstelling en hoe werkte u met het algemene thema van de tentoonstelling?

Voor deze gelegenheid besloot ik te presenteren De bewakers in een uitgebreide versie, waar ik enkele nieuwe bewakers heb toegevoegd naast de bestaande die ik liet zien op CIRCUIT – Centre d’Art Contemporain Lausanne. Mijn werk ontstaat langzaam en tijd is voor mij een belangrijke factor. Het is essentieel dat ik kan evalueren en nadenken over wat ik aan elke installatie toevoeg of wegneem.

Elk van de blootgestelde bewakers heeft zijn eigen bogen, waarbij de decoratieve delen nogal discreet zijn. Hier heb ik druppels epoxy aan het uiteinde van elke boomtak toegevoegd, sommige gemengd met glitter. Alle Guardians hebben ook hun eigen set vlechten.

Door de individuele kapsels en strikken is elk beeld in De bewakers ze verschijnen zowel als individuen als als leden van een collectief. Wat trekt jouw interesse in de relatie tussen het collectief en het individu?

Ik ben onder de indruk van het potentieel van collectieve initiatieven, van de manier waarop protesten, partijen en collectieve teksten de samenleving beïnvloeden, terwijl ze tegelijkertijd mensen op een meer persoonlijk niveau beïnvloeden. In het verlengde hiervan ben ik benieuwd hoe we door middel van verbeelding nieuwe vormen van gemeenschap en manieren van samenleven opnieuw kunnen uitvinden en bevorderen.

Elie Autin

@elie.autins

Interview door EEN HEK

@unagjerde



Nieuwsbron

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in