In Marty Supreme, Josh Safdie hij neemt de waanzin van zijn werk met zijn broer over Bennie – Good Time, Uncut Gems – en laat je versteld staan met een provocerende, eigenzinnige, publiekstrekkerige film, gebouwd op de beste prestatie van Timothée Chalamet sinds Call Me by Your Name. Chalamet is absoluut oogverblindend als Marty Mauser, een charismatische jonge intrigant uit Manhattan die begin jaren vijftig thuis woonde bij zijn joodse arbeidersouders. Mauser droomt ervan Amerika’s eerste grote tafeltennisster te worden, en staat op het toneel bekend om zijn vaardigheden met de knuppel en zijn kamikaze-gevoel voor humor; in een van de eerste scènes die je letterlijk buiten adem lieten tijdens de vertoning die ik bijwoonde, vertelt hij journalisten dat hij een tegenstander zal aandoen “wat Auschwitz niet kon doen”.
Mauser steelt geld van zijn vader om een plaats op de wereldkampioenschappen in New York veilig te stellen en bereikt de finale, maar wordt verslagen door een superieure Japanse speler, wat voor opschudding zorgt als hij zijn tegenstander beschuldigt van bedrog. Ondertussen maakt Kay Stone (Gwyneth Paltrow), een Hollywood-ster uit de gouden eeuw die in het hotel verblijft waar hij verblijft voor het toernooi, hem duizelig. Nu er een kind onderweg is van zijn jonge getrouwde vriendin (Odessa A’Zion), voert Mauser een onwaarschijnlijke verleiding uit terwijl ze haar rijke echtgenoot lastigvalt om geld om mee te doen aan de komende wereldkampioenschappen, die in Japan worden gehouden.
Safdie en vaste scenarioschrijver Ronald Bronstein halen nauwelijks hun voet van het gaspedaal in een meedogenloos goede eerste helft en draven oneliners uit die Chalamet, als een slordige nerd met te weinig vulling in zijn boxy jaren ’50-pakken, absoluut verslindt. De pingpongscènes zijn belachelijk goed in scène gezet, mede dankzij de zes jaar – zes! – in opleiding voor de rol. En er is een gekke subplot over een oude gangster (gespeeld door cult-regisseur Abel Ferrara uit New York) en zijn hond die in beweging wordt gezet wanneer de badkuip van Mauser letterlijk door de vloer van een versleten hotel valt en de arm van de gangster breekt.
Als er al een fout zit in al deze waanzin, dan is het een slepende vraag over de manier waarop de film de hoofdrolspeler behandelt. Safdie is altijd een beetje gecharmeerd geweest van de intriganten en hustlers die zijn films doorkruisen, maar er zit een sociopathische kwaliteit in het gedrag van Mauser die Marty Supreme iets te gemakkelijk loslaat, alsof hij op zijn hoede is om het supergeladen momentum van de film te vertragen. Maar met een vleugje exhibitionisme dat net zo breed is als dat van zijn hoofdpersoon, heeft Safdie hier zijn grootste overval tot nu toe voorbereid: het is een kerstklokkenluider.
Marty Supreme draait op 26 december in de Britse bioscopen.



