“Ik wil van afval een regenboog maken”, zegt hij Ryan Evanseen kunstenaar uit een buitenwijk van Zuid-Jersey die precies dat creëert. Alleen is dit niet het werk van een collagekunstenaar die afval letterlijk op een canvas zet, zoals bij een schoolproject, maar van een illustrator in collagestijl die de overdaad aan consumentisme en meme-beelden gebruikt om dichte, veelkleurige portretten van onze visuele cultuur te creëren.
Ryan leeft ergens tussen oprechtheid en satire en gebruikt kleurpotloden en acrylverf ter ere van ‘het soort dingen dat bedoeld is om een keer te worden gebruikt en vergeten’, waarbij hij soms rechtstreeks aan de slag gaat met McDonald’s-bonnen of parkeerbonnen. Zijn beeldtaal is een schets van banale en zelfs onzinnige beelden die een nieuwe betekenis krijgen als ze op elkaar worden gepropt: roze aanvalsgeweren, LaBuBu in militaire stijl, de ontsnappingsknop op een toetsenbord, Bret Easton Ellis’ Amerikaanse psychopaat – Ryan verbindt eenvoudigweg de hersenbanen die de beelden in onze geest met elkaar verbinden.
Of het nu gaat om spaarvarkens op karton, afbeeldingen van Ritalin-flessen op datasheets, of het Internet Explorer-logo getekend op een huilend Vrijheidsbeeld, het is duidelijk dat Ryans gevoel voor humor zijn dagelijkse oordeelsrol verheft tot iets levendigs, waardoor doorgangen door een verhoogde digitale wereld naar echte emoties worden geopend. “Ik vraag me af wat ik wil zien. Is het een soort visuele grap die ik wil spelen of een stukje nostalgie dat ik zou willen parodiëren?”
Daarnaast komt een deel van de aantrekkingskracht van Ryans werk en zijn oog voor compositie ongetwijfeld voort uit zijn inspiratie uit ontzagwekkende media zoals De Matrixfilms van Nicolas Cage en zelfs Doodsstranding 2een eigenzinnige videogame waarvan sommigen zeggen dat het veel meer op een speelbare film lijkt. Ryan kanaliseert de verbijsterende absurditeit van Peter Saul met eenvoud in fastfood. Flamboyant maar schattig.
“Ik voel me aangetrokken tot de aspecten van het leven die tegelijkertijd belachelijk en angstaanjagend lijken: de dingen waar we aan voorbij gaan, maar waar we daarna niet meer aan kunnen denken”, zegt Ryan, die algoritmische afgronden, existentiële angst en consumentisme als nachtmerrieachtige inspiratiebronnen noemt. ‘Weet je, de goede dingen,’ grapt Ryan. Dit werk probeert de luidruchtige moderne wereld te begrijpen en is Ryans manier om zich door het lawaai te bewegen.



